To fawn: try to gain favor by cringing or flattering
Schaamteloze ironie
Altijd ben ik onderweg. Graag letterlijk, maar veel te vaak ook mentaal. Mijn lijf zit hier in het nu en mijn hoofd wandelt, nee holt, dan al naar daar, in het straks. Naar meer, naar beter. Ik doe het wel even.
Tot mijn lijf, ergens in oktober, als een onwrikbare dwingeland besliste dat het gedaan was met vooruitgaan. Het licht ging uit. Twee weken stak ik in bed. Geen licht, geen boek, geen teevee, geen iemand behalve slaap kon ik verdragen.
Langzaam kroop ik uit mijn hol maar aan de deur wachtte de meedogenloze plak van weerstand, ongeloof en ontkenning. Dat dit mij kon overkomen. Komaan zeg! Coach en docent met zorgen voor jezelf als rode draad van gesprekken, lessen en workshops krijgt burn-out. Ik zag de koppen al verschijnen. Hoe ironisch, hoe gênant.
Een muterende identiteit put uit
Opleidingen en boeken zijn hier verslonden om studenten en cliënten bij te staan in hun ontdekkingstocht naar wie ze vanbinnen echt zijn. We weten ondertussen dat het de sleutel is naar contentement en veerkracht. Ik poneerde het zelfs mee in het curriculum van de lerarenopleiding. De tools en kennis lagen dus voorhanden. Het zou snel weer in orde komen. Dat moest ook wel, want man, kinderen, studenten en cliënten zaten op me te wachten. Gewoon zijn, dat was dus de sleutel naar beterschap. Easy peasy.
Maar ik ‘was’ toch al? Docent, coach, lerarenopleider, mama van drie zonen en een sterrendochter, vrouw, dochter, vriendin. Houdt van muziek en reizen, mooie dingen (wat gegeneerd door de oppervlakkigheid van dat laatste). Gevoelig, doch doordenker, op zoek naar diepgang en degelijkheid. Nooit half werk. Luisteraar en doorvrager. Krijgt-je-wel-aan-de-praat-over-wat-je-voelt-persoon. Kijk, dat is toch wie ik vanbinnen ben? Waarom geraak ik dan niet meer vooruit?
De tijd en druk om het raadsel op te lossen was groot. Want dat was mijn verantwoordelijkheidsgevoel, maar vooral mijn gezichtsverlies ook. Tot het stilaan en met de juiste hulp begon te dagen: ik was mijn grootste hindernis.
Elk mens reageert automatisch op gebeurtenissen door te vechten, vluchten of bevriezen. Ik deed vooral aan een vierde: pleasen. To fawn, proberen in de gunst te komen door ineen te krimpen of te vleien.
Meer dan me goed was, stemde ik af op anderen. Dag in dag uit was de hunkering naar de waardering van anderen de voeding om te streven naar de perfecte moeder, partner, dochter, vriendin, zus, docent en coach. Waarden en verwachtingen temden mijn keuzes, vaak met de overtuiging dat het écht de mijne waren. Mijn muterende identiteit was volledig uit balans en putte me uit. Ik kreeg dan wel de broodnodige verbinding met anderen, maar dit ten koste van mezelf en mijn eigen grenzen.
Bestaansrecht, zonder meer
Ik werd genekt door mijn eigen levenslange overlevingsstrategie: fawning, vleien of krimpen. De ironie van het leven werd me nogmaals in het gezicht gesmeten. Maar deze keer was dat oké. Weerstand maakte plaats voor inzicht en goesting in verandering. Ik voelde me lichter. Dankbaarheid overheerste nu de schaamte. Dat mijn lijf me dwong om stil te staan in het nu ervaar ik vandaag als een cadeau. Het geeft me kansen om de opleidingen en boeken te ervaren en te doorleven. En leven, dat doe ik graag.
Afschudden wie je dacht te (moeten) zijn waardoor je ware zelf bedeesd komt schitteren, is niet
evident. Een automatische levenstrategie laat zich niet zomaar negeren en heeft nog steeds de kracht om je te verlammen met angst. Meer dan me lief is kruipt mijn gewoonte om te ‘vleien of krimpen’ in mijn hoofd en overheerst ze mijn gedachten, gedrag en zelfs wat ik moet voelen. Maar ik ben me ervan bewust.
Er is nu veel vertrouwen dat het goed met me gaat en komt. Daar dank ik vooral mijn kring voor. Omringd worden is de beste heling. Altijd. En goede mensen om je heen willen niet liever dan dat je authentiek bent. Als dat niet zo is, zijn het niet jouw mensen.
Het is hier mooi
Ik ben nog steeds onderweg. Dat zal ik altijd zijn. Het is nu eenmaal wie ik ben. Reflectie, ontplooiing en groeien zijn mijn bouwstenen. Maar ik ben onderweg naar mezelf in het nu.
En het is hier mooi.
Ik denk dat ik nog even blijf.